D'r was in vroeger tijd
In de bergen van Zwitserland jodelodelo (jodelohoti)
Een stoere boerenmeid
Die had geen man johohohoo (jodelohoti)
En Angelique zong heel melancholiek
Jodeloholohohehehehee
Vol verlangen naar romantiek (jodelohoti)
Ouwe vader werd hoteldebotel (jodelohoti)
Van dat ellendige gejodel (jodelohoti)
De goede man ontstak in toorn, nam z'n alpenhoorn
En ging staan toeteren

Hoempapa hoempapa hoempapa
Hoempapa hoempapa hoempapabwaa
Hoempapa hoempapa hoempapa
Hoempapa hoempapa hoempapabwaa

Door dat getoeter en dat jammeren
In de bergen van Zwitserland jodeloholo (jodelohoti)
Begon de sneeuw te rammelen
Wat was dat griezelig wohohoho (jodelohoti)
Maar Angelique die had nog heel geen erg
Jodelohohohohehehohohee
Zong zij daar op die berg (jodelohoti)
Een lawine kwam plots naar beneden (jodolohoti)
Toen was 't leed nogal geleden (jodelohoti)
Ze roldebolde naar 't dorpie in 't dal, 't was een hele val
En is daardoor toen overleden

Dit was 't lied van Angelique
Jodelohohehe wat 'n romantiek

Hoempapa hoempapa hoemapapa
Hoempapa hoempapa hoemapapabwaa
Jodelohoti
Jodelohoti
Jodelohoti
Jodelohoti

(RMillerJAusterlitz)

Comments