Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn Vrijheid met Kluisters en geschreeuw,
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming Leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.
[Chorus:]
11th of July, 1302
11th of July
De Tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan,
De Legerbenden sneven, een volk zal nooit vergaan,
De Vijand trekt te Velde, omringd van Doodsgevaar
Wij lachen met zijn Woede, de Vlaamse Leeuw is Daar.
Hij strijdt nu Duizend jaren voor Vrijheid, Land en God,
En nog zijn zijne krachten in al haar Jeugdgenot,
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schop,
Dan richt hij zich bedreigend en Vrees'lijk voor hen op.
[Chorus:]
11th of July, 1302
11th of July
Wee hem, de onbezonnen, die Vals en vol Verraad,
De Vlaamse Leeuw komt strelen en trouweloos hem Slaat,
Geen enk'le Handbeweging die hij uit 't oog verliest,
En voelt hij zich getroffen, Hij stelt zijn Maan en Briest.
Het Wraaksein is gegeven, Hij is hun tergen moe,
Met Vuur in 't Oog, met Woede springt Hij den Vijand toe,
Hij Scheurt, Vernielt, Verplettert, Bedekt met Bloed en Slijk,
En Zegepralend grijnst hij op 's vijands trillend Lijk.
[Chorus:]
11th of July, 1302
11th of July
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn Vrijheid met Kluisters en geschreeuw,
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming Leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft