Met een rattentand
maakte ik ruimte voor u
rits voor rits verloor ik
mijn rechterhand
Nagels krabten bloedend
een symbool van kracht door pijn
Daar rees Hij omhoog
met mijn linkerhand zich voedend
Ik beet het hout, dat
gestaag was geblakerd
(en) kleurde de krachtige Ziener
tot ik geen kaak meer had
Doffe slagen van mijn hoofd
vormden zijn heilig huis
Weet gij hoe men zal branden?
Het vuur mag nooit gedoofd
Vol lof was den Vereerden
in der tijden begin
Daar rees Hij omhoog
waar Hij huiswaarts keerde