Toen ik jou de eetzaal van 't huis zo binnenschuiven zag
Met die witte anjer en je stok en met die lieve lach
Werd 't mij opeens te machtig, ook al ben ik drieentachtig
Ik dacht meteen: Dit wordt mijn dag en ook mijn nacht
Wanneer het mag
Want, wanneer je al op jaren bent gekomen krijg je haast
En dan denk je: 'Nu of nooit', want anders grijp je er weer naast
En je partner, ook op jaren, hoef je dat niet te verklaren
Want 't leven heeft de sterveling al vaak genoeg verbaasd
En zo ben ik dus verliefd geworden, voor de laatste keer
En dat ga ik zeker niet verprutsen, op mijn woord van eer
En ik zeg oprecht, waarachtig, ook al ben ik drieentachtig
Heel m'n toekomst zal ik aan jou geven, maar... 't is niet veel meer