Jane:
Hij is niet een gewone man, nee,
Hij is oprecht en puur.
Je moet hem zien, zo sterk en simpel,
zo een met de natuur.
Jane:
Hij heeft geen last van zwarrtekracht, nee,
Vader:
Jane zou dit hem zijn
Jane:
Hij vliegt van boom tot boom
Vader:
Nee toch
Jane:
Hij weet van niets, maar voelt vanalles
Vader:
Ach..
Jane:
Het is gewoon een droom..
Vader:
Lieve hemel
Vader en Jane:
Zou dit het zijn?
Vader:
Hij klinkt wel heel bijzonder
Jane:
Dat is ie papa.
Vader:
Uniek in elk geval.
Jane:
Precies!
Vader:
En qua contact, kan hij echt spreken
Jane:
Nou..
Vader:
Wat doe je dan zoal?
Jane:
Maar weet je pap..hij weet van niets en niemand.
Vader:
Nou ja.
Jane:
Maar, toch is ie nooit alleen
Vader:
Mmm, dat klinkt goed
Jane:
Hij heeft gewoon, geleerd te leven, met alles om hem heen.
Vader:
Echt waar?
Vader en Jane:
Zou dit het zijn?
Jane:
Diep in de nacht, ontwaak ik soms,
en zie hem gaan.
Hij geeft een beetje licht, je zult het zien
Vader:
Kan het nou al zien.
Ach, kindje, ik ben niet blind.
Ik zie de warmte in je blik.
Ik zie de glimlach om je mond.
En niemand is zo blij voor jou als ik!
Nou, ontdekking op ontdekking dus
Jane:
Yes!
Vader:
Ach, het werd ook wel eens tijd.
Jane:
Wat bedoel je nou pap?
Vader:
Op deze reis vol avonturen,
Jane:
Nou hè?!
Vader:
Raak ik mijn meisje kwijt.
Jane:
Oh nee nee nee nee nee nee.
Vader en Jane:
Zo zegenviert de wetenschap,
in elk geval vandaag.
't Is voor ons allebei een grote stap
naar 't antwoord op de vraag..
Zou dit het zijn?
Zou dit het zijn, misschien?