Album: Liedjes uit de Krullentijd
Vanmorgen vloog ze nog
Zo onbelemmerd en gracieus
En zo verheven
Zo'n sierlijk wezentje
't Was geschapen om te zweven
Niet om te sterven door 'n zinloos stukje lood
Uit 't geweer van een paar lompe idioten
Die zachte veertjes
Stukgeschoten
Dood
Vanmorgen vloog ze nog
Wat moet dat
heerlijk zijn
Wat
Om te verwoorden
wat je voelt
Hm-hm
Te kunnen
schrijven
Dat is ook
heerlijk
Oh wat benijd ik u
Mag ik nog even bij u
blijven
Wat mij betreft blijft
u bij mij vanaf vandaag
Ik zou de allermooiste
boeken voor u schrijven
En ook gedichten
Mag ik blijven
Graag
Wat moet dat heerlijk zijn Wat moet dat heerlijk zijn
Vanmorgen vloog ze nog
Zoals een meeuw soms op de wind
Zonder bevelen
De vleugels wijdgespreid
Op eigen kracht
De mens ontstegen
En dan een knal en verder niets
Niet eens een schreeuw
Daar ligt ze hulpeloos nog trillend met haar poten
Stervende vogel, aangeschoten meeuw
Vanmorgen vloog ze nog
Hij kan niet zonder mij
Hij heeft me nodig
Onopvallend
Alle dagen
Hij wil me om zich heen
Al zou hij dat nooit aan me
vragen
Het moet zo zijn
Het is misschien de wil van
God
En luidt de opdracht
Wees voortaan uw broeder's
hoeder
Wees z'n verzorgster
Wees z'n moeder
't Is ons lot
Hij kan niet zonder mij
Wat moet dat heerlijk zijn Wat moet dat heerlijk zijn
Vanmorgen vloog ze nog
Hij kan niet zonder mij