't Waren allen harde jongens
En aan de zwarte hel gewend
Ze stonden pal voor hun gezinnen
En hadden nimmer vrees gekend
Totdat daar op 'n trieste morgen
Die ramp kwam, waarvan niemand wist
De hel brak los, 't water stroomde
Op dat moment was 't lot beslist
refr.:
De mijn is z'n leven, de mijn is z'n lot
De kompel z'n hele bestaan
Maar ondanks gevaren weerklinkt z'n Gluck Auf
Hij zal steeds weer de diepte ingaan
Ze zaten in 't ijzige duister
En niemand wist weer heg of steg
Rondom gevallen kameraden
De reddingsploegen trokken weg
Toen klonk een ver verwijderd kloppen
En wat geen enk'ling had verwacht
Er was nog leven daar beneden
De reddingsboor werd t'rug gebracht
En onder ademloze stilte
M'n voelde klam de spanning aan
Voltrok zich daar 't grote wonder
De boor had weer z'n plicht gedaan
Maar zitten zij nu bij 't haardvuur
Terug in huiselijke sfeer
Dan denken ze aan hun kameraden
Die and'ren komen nimmer weer

Comments