Pappie was, als altijd, weg voor zaken 
Wekenlang zag kleine Jan hem niet 
Mammie ging zich in de stad vermaken 
En dat deed haar jongen zo'n verdriet 
's Avonds lag hij in z'n ledikantje 
Heel alleen in 't grote donk're huis 
Zachtjes huilend zei 't kleine Jantje 
"Mammie, waarom blijf je toch niet thuis?" 
 refr.: 
Moeder, laat je hart toch spreken 
En ga 's avonds niet op sjouw 
Laat z'n kinderhart niet breken 
Want hij houdt zoveel van jou 
 't Was die nacht al ver na twalef uren 
Dat zij zich nog in de stad bevond 
Plots kwam er bericht van een der buren 
Dat haar huis in lichterlaaie stond 
Radeloos is zij naar huis gevlogen 
Ach, hoe duur heeft zij haar fout betaald 
Levenloos heeft men haar kleine jongen 
Onder 't zwarte puin vandaan gehaald 
 refr.