Verse 1
Kil en stil en lege straten,
praten gaat niet zoals ik wil
Verstoord een woord, tekens gedachten
wachten aan een tempelpoort
Loop en hoop ik langs gangen vol
van jouw verademing
Een tekening van geestrijkheid,
gedrevenheid en schittering
Voelt een koelte als een rilling
trilt ineens jouw aanwezigheid
Verse 2
Weet vergeet niet hoe wij waren
verklaren daden wat jij deed
Tomeloos en grenzeloos,
liefdevol omarmen naasten jou
Nu nog steeds als je bij ons bent
om ons heen, misschien als geest
Weet je nog dat wij de wereld zagen
als een bol vol vrolijkheid
Die met al haar moois en lekkers
jou was toegewijd
Bridge
Vrienden, Kerels, bondgenooten,
kameraden, lotgenoten
Jeugd en pubers,
mannen voor de toekomstdronk
Kroegenlopers, boekenlezers,
Fisher-zangers op 't veld
Solidairen, solitairen
door het leven over dood
Verse 3
Is een vriendschap over als je
plotseling bent heengegaan
Houdt het op je goed te voelen
als je aards bestaan veranderd is
Als je aards bestaan veranderd is
betoverd en over is
In herinnering geslepen als
een heldere edelsteen
Niemand weet waar je bent
of waar je heen bent gegaan
Ik voel je hier soms naast me
Ik voel je hier soms naast me staan