De weg vergist zich in de verte
en volgt niet langer de rivier.
De straat is het water ingelopen
en de tijd gaat verder, maar niet hier.
Door nevels als het daglicht dooft
roeit vlug de veerman naar het land.
Een masker op zijn achterhoofd
omdat 't feest is aan de overkant
waar het nieuwjaar is
en januari.
Ik vraag me af met welk gezicht
kijkt hij vooruit of kijkt hij terug.
Zie ik zijn kop, zie ik zijn rug?
Komt ooit de overkant in zicht
waar het nieuwjaar is
en januari?
Ik ben verdwaald maar vlak bij huis,
ik wil hier weg maar wil niet terug.
Misschien kom ik zo nooit meer thuis,
ben ik voorbij de laatste brug.