Ik heb een jurk met rozen aan, dat vind ik toch zo
fleurig staan
Soms noemen ze me Roos Marie, dan zeg ik hun: "zo heet
ik nie"
Ik heb een jurk met rozen aan, dat vind ik toch zo enig
staan
Soms noemen ze me Roos Marie, ik zeg "Zo heet ik niet,
ik heet Margriet"
Een van mijn vaste klanten, kocht altijd vaste planten
Maar op een dag chrysanten, die gaf ie toen aan mij
Hij greep meteen zijn kansen, vroeg "ga je met me dansen"
Ik zei "Van harter ganse, vanavond ben ik vrij."
Ik trok mijn jurk met rozen aan, o had ik dat maar niet
gedaan
Hij noemde me steeds Roos Marie, ik fluisterde "Zo heet
ik nie"
Ik had mijn jurk met rozen aan, o had ik dat maar nooit
gedaan
Hij noemde mij steeds Roos Marie, ik zeg "Zo heet ik
niet, ik heet Margriet"
Hoezeer het mij benauwde, hij kon het niet onthouden
Ook niet toen we trouwden, er gebeurde dit:
Ik kreeg haast een maagzweer, dat deed godgeklaagd zeer
Helaas was ik geen maagd meer, ik mocht niet in het wit
Ik trok mijn jurk met rozen aan, o had ik dat maar niet
gedaan
De ambtenaar zei "Roos Marie", ik zei "Zeg man, zo heet
ik nie!"
Ik had mijn jurk met rozen aan, o had ik dat maar nooit
gedaan
De ambtenaar zei Roos Marie, ik zeg "Zo heet ik niet,
ik heet Margriet"
Het huwelijk was lijden, de reden van het scheiden
Ik was van ons beiden niet monogaam
Rood licht, een jurk met kanten, ik heb weer vaste klanten
Want tussen m'n planten zit ik voor het raam
Ik heb mijn jurk met rozen aan, dat vinden ze zo enig staan
De mannen hijgen "Roos Marie", ik zucht dan "Nee, zo
heet ik nie"
Ik heb mijn jurk met rozen aan, al vele malen uitgedaan
Ze zeggen Roos vergeet me niet, ik zeg "Zo heet ik niet,
Ik heet Margriet, ik heet Margriet, ik heet Margriet."