Из альбома: Dag en nacht
Zij heeft haar leven in eigen hand
Ze wordt door niemand overmand
Want iemand die bij haar is aangeland
Laat ze toe in opperste verbazing
Ze spreekt de taal van haar alleen
Ze draait om niets en niemand heen
De woorden zijn van haar een voor een
Genadeloos, wil ze een fenomeen zijn
En als ze in de wereld gaat
In pracht en praal en hoofse staat
En leunend op haar eigen ziel
En spinnend aan haar sprookjeswiel
Dan geeft ze een ander alle kans
En weigert nooit een nieuwe dans
Maar neemt hem mee naar haar torentrans
En daagt hem uit, of-ie niet bang is
Ze daalt alleen de treden af
En sluit hem op, dat is zijn straf
De sleutel is van haar, van haar alleen
Haar sleep komt er achteraan, omdat-ie te lang is
De spiegel wacht als koningskind
Als prins en de enige die haar bemint
En weet, als zij hem aankijkt
Dat haar blik niet van hem wijkt, van hem wijkt
Ze gaat liggend op het hemelbed
En weet, als je maar op niemand wedt
Maar 't gevaar is maar soms net gered
'Ik liet iedereen in z'n eigen waarde', wist ze
Ze staat op en kleedt zich aan
En mooier dan tevoren
Laat haar gouden wimpers maar begaan
Beschenen door de volle maan
Beschenen door de volle maan
En zo kijkt de nacht haar aan
Als een keizerin
Want ze heeft haar leven in eigen hand
Ze wordt door niemand overmand
Want als iemand haar ziel aanrandt
Dan slaat ze toe, in opperste verbazing