Ik lag languit in de hei op een mooie dag in mei

Opeens vloog een vreemd blinkend voorwerp naderbij

Het landde in het gras ik wilde vluchten maar ik was

Veel te nieuswgierig naar die schotel van veel nikkel en van glas

Toen het toestel was geland, kreeg ik weer de bevertand

Een troepje schoof naar buiten, het toestel was bemand

Daar stond stoer en breed gewelfd mr. univers himself

En vraag niet naar zijn armen, hij had er zeker elf



Hij keek mij aan zei hees, hier komt uw liefde zonder vrees

Ik kom van mars ik ben een marsman, noem mij verder nou maar Kees

Ik zoek een aardse vrouw want marse vrouwen zijn zo lauw

Dus als je zin hebt moet je 't zeggen, gaan we snel in ondertrouw

Ik zei Kees heb nou erbarme wat moet ik met elf armen

Je barst heus van de charme, maar ik krijg het nou al warm

En hij knielde in het gras en hij zei met diepe bas

Daar moet je echt aan wennen, aan zo'n heel aanhalig ras



Hij gaf een hand of drie, zat meteen al aan mijn knie mijn hals

Mijn heup, mijn rug, mijn wang, mijn dij, mijn kruid mijn energie

Dat schept meteen een band, we liepen samen door het zand

Naar de schotel die ons wachtte hand in hand in hand in hand in hand

in hand in hand in hand in hand in hand in hand

in hand in hand in hand in hand in hand in hand

Комментарии