refr.: 
Het kind van de straatmeid 
Dat hoort er niet bij 
Vervloekt is zijn moeder 
Vervloekt is ook hij 
Dat joch van die sloerie 
Daar speelt niemand mee 
Hij is immer het kind 
Van een prostituee 
 Z'n moeder was een vrouw uit het leven 
En trok zich van geen mens wat aan 
Het jongetje was amper zeven 
En droeg de last van haar bestaan 
Geen kind dat zich met hem bemoeide 
Hij zat heel achter in de klas 
Geen mens die ooit eens met hem stoeide 
Zodat hij een verschoppeling was 
 refr. 
 Geen kind had met hem medelijden 
Geen mens dacht ooit aan zijn verdriet 
Omdat hun ouders steeds weer zeiden 
Pas op, speel met die bastaard niet 
Zijn leven ging niet over rozen 
Z'n hartje huilde vaak van pijn 
Zijn noodlot had hem uitgekozen 
Een straatmeid zou zijn moeder zijn 
 refr.