refr.: 
Oorlogsweesje, klein oorlogsweesje 
Wat heeft het mensdom jou aangedaan? 
Oorlogsweesje, klein oorlogsweesje 
Nu moet jij eenzaam door het leven gaan 
 In het puin der geteisterde straten 
Zit een angstige jongen alleen 
Om hem heen vallen bommen, granaten 
Geen mens hoort zijn angstig geween 
Hij roept om zijn vader en moeder 
Slechts de wind hoort de kleuter zijn klacht 
Nooit zal hij zijn ouders terug zien 
Omdat hij ze verloor in die nacht 
 refr. 
 Toen de stad onder vuur werd genomen 
Zijn ze samen de straat op gevlucht 
Slechts de jongen die wist te ontkomen 
Aan de gruwelijke dood uit de lucht 
Hij heeft niemand op aard iets misdreven 
Zijn zieltje is smetteloos wit 
Toch moest hij het kostbaarste geven 
Dat een kind op de wereld bezit 
 refr.