Eens in een heel klein dorpje 
Weerklonk een carillon 
De hemel bloeide open 
En stralend scheen de zon 
Twee harten smolten samen 
Daar op de houten bank 
Terwijl de klokken luiden 
Hun allerschoonste klank 
 refr.: 
Zeg carillon, je was getuige 
Hoe daar een paar zich voor het leven samenbond 
Zeg carillon, jouw klokken juichden 
Toen daar een jonge vrouw haar levenspartner vond 
 Zo zul je altijd zingen 
In vreugde en verdriet 
Daar jij vanuit de toren 
Veel van het leven ziet 
Weer zal jouw stem vol blijdschap 
Door het kleine dorpje gaan 
Wanneer twee jonge mensen 
Daar voor het altaar staan 
 refr.(2x)