refr.: 
Ach kleine bandolero 
Houdt er dan niemand van jou 
Jij zwerft dag en nacht door de straten 
Jij hebt honger en rilt van de kou 
Ach kleine bandolero 
Jij moet stelen want geld heb je niet 
Er is niemand die jou wil verzorgen 
Geen sterveling kent jouw verdriet 
 In een grote wereldstad 
Zwerft een jochie door de straten 
Hij is vuil en hij is moe 
En zijn broekje zit vol met gaten 
Hij heeft honger en ook slaap 
Maar een thuis dat heeft hij niet 
Ja hij is gedoemd om te zwerven 
En geen mens die had onrecht verdient 
 refr. 
 En hij slaapt daar in een doos 
Snuift er lijm met lotgenoten 
Dan vergeet hij alle pijn 
Is hij eventjes afgesloten 
Van de hel waarin hij leeft 
Voor de strijd om zijn dagelijkse brood 
Maar eigenlijk is dat toch geen leven 
Soms denkt hij: och was ik maar dood 
 refr. 
 Ach kleine bandolero 
Houdt er dan niemand van jou 
Jij zwerft dag en nacht door de straten 
Je hebt honger en rilt van de kou 
Ach kleine bandolero 
Jij moet stelen want geld heb je niet 
Er is niemand die jou wil verzorgen 
Geen sterveling kent jouw verdriet 
Er is niemand die jou wil verzorgen 
Geen sterveling kent jouw verdriet