Jongenlief, je zult wel schrikken
Als je'n brief van moeder krijgt
't Is de armoe, lieve jongen
Die mij tot dit schrijven drijft
Toen ik ging om ondersteuning
Zei de man van 't hulpbetoon
"Jij kunt van de stad niks krijgen
Want je hebt een rijke zoon"
Het loketje werd gesloten
Zonder meer liet hij me staan
En met tranen in m'n ogen
Ben ik toen naar huis gegaan
Thuis dacht ik aan vroeger tijden
Toen jij speelde op m'n schoot
En ik dacht weer aan je vader
Die is nu al jaren dood
Jij kunt mij gelukkig maken
Als je zorgdraagt voor de huur
Ik woon in een hofjeshuisje
Jongenlief, dat is niet duur
Maar als jij 't niet kunt missen
Of niet antwoordt op m'n brief
Zal ik 't jou toch nooit verwijten
Heb ik jou nog altijd lief

Комментарии